Een ‘lichte’ attack
In de zomer van 2022 is in een groepsmail gemeld dat ik een lichte attack had. Het was een misverstand. Heb ik toen zelf ‘gelogen’ tegen de melder.
De hersenscan toonde een zware attack aan. In het ziekenhuis raadde een neurologisch team mij dringend aan me op te laten opnemen in Klimmendaal. Op twee opeenvolgende dagen uitgelegd.
Ik wilde niet.
Voelde me te goed. De adviseurs wisten veel over mijn actuele CVA, maar hadden weinig interesse in mijn forse bipolariteit. Al 25 jaar met goede medicatie redelijk onder controle. Vreesde dat de sfeer van zo’n instituut mij meer kwaad dan goed zou doen. Ach, ik wilde na vijf dagen ziekenhuis thuis genieten van ongelofelijk goed gebleven fysieke fitheid.

Terzijde. Mijn eigenwijsheid heeft me tot een onconventioneel idee gebracht. Zodat ik het verzon om te ‘noteren’ met de camera op statief. Beschreef ik gisteren. Ik heb een toenemend onzekere tred. Hoop nog wel enige jaren voldoende evenwicht te behouden. Geen druppel alcohol totdat ik buiten de speelzaal heb gedemonteerd. Wat een genot dat we uit het voor echte denksport ongeschikte benauwende vertrek van Taverne verhuisden naar ’t Holthuske.
Wat ben ik de corveeërs erkentelijk. Heb ik enkele keren eerder laten blijken dan in dit zinnetje.
Na ontslag uit het ziekenhuis omarmde ik wel alle beschikbare ambulante hulp. Met nogal wat artsen, twee psychiaters en veel soorten HBO-hulpverleners. Ongeveer vierhonderd individuele en klassikale uren therapie in anderhalf jaar.
Menige therapeut waarschuwde: ”Jij wilt zoveel! Het is je niet aan te zien hoe zwaar jouw NAH is. Daar kunnen mensen zich in vergissen.” Dat heb ik ondervonden. Onder andere op de tennisbaan en in de gym moest ik veel openheid geven. Uit veiligheid. Voor medesporters en mezelf.


Werd moe van uitleggen. In ons gezelschap begreep ik pas ten volle op 27 oktober hoe ik ons allen tekort deed met mijn ‘verlegenheid’. Hoe ik mezelf bleef onder- of overschatten. Na een maand wikken en wegen weet ik nog niet welk woord toepasselijk is.
In elk geval, tegenover de club was ik van de weeromstuit te terughoudend. Afgezien van een club brede mail om mij rust te gunnen in de zaal, meer dan twee jaar geleden, heb ik mijn denksportmaatjes grotendeels in het ongewisse gelaten.
Het in de aanhef genoemde misverstand verwijt ik primair mezelf.
Gerard Bons.