Is schaken moeilijker dan dammen?

Zowel dammen als schaken zijn denksporten die je echt moet leren. Het is met dammen zo dat het heel snel is uit te leggen. Met dammen heeft men 100 vakjes bij schaken 64 vakjes (velden).

Per persoon krijg je bij het begin 20 schijven en bij het schaken 16 stukken. Bij een schijf slaan (van het bord pakken) ga je over de schijf heen naar het volgende zwarte veld. Bij schaken sla je een stuk en ga je op de plaats staan van het stuk dat je geslagen hebt.

Het voordeel van beide spelen is dat je meer inzicht, vooruit denken en meetkundige (wiskundig) kennis van krijgt. Je leert er beter van kaartlezen en tekening lezen. Dat geldt zeker voor de jeugd, die er tijdens de studie voordeel van hebben.

Bij dammen en schaken hebben alle velden een nummer. Bij dammen alle zwarte velden van 1 t/m 50. Bij schaken worden de horizontale velden van links naar rechts a t/m h genoemd, terwijl de verticale velden 1 t/m 8 heten.

 
Bij het opstellen van de stukken staan de pionnen op de 2e rij (wit) en 7e rij (zwart). Dus staan de 8 witte pionnen op a2, b2, c2, d2, e2, f2, g2 en h2 en de zwarte pionnen op a7, b7 enz. De velden worden aangeduid met een kleine letter, de stukken waar je mee speelt met een hoofdletter, bijv. De5 wil zeggen dat de dame naar veld e5 wordt gezet.

Als je het bord opstelt moet het eerste linker veld het zwarte veld zijn (voor wit a1 en voor zwart h8). Als je dit een paar maal hebt gelezen dan kun je begrijpen wat er op de schaaksite over schaken wordt aangeduid.