Uitleg van de stukken
Veel mensen, vooral de jeugd maar ook ouderen die van hun pensioen genieten hebben belangstelling
voor het schaken. Wat mogen de stukken wel of juist niet in het spel.
De Koning mag zich maar één veld verplaatsen. Op een leeg bord (en als hij niet wordt gehinderd
door aan de rand te staan) zijn dat 8 velden.
De witte en de zwarte koning mogen elkaar niet slaan, er moet altijd een vakje tussen zitten.
De Dame is naast de Koning het sterkste stuk van het spel.
De Dame gaat op rechte en diagonale wijze naar ieder willekeurig veld.
De Dame beheerst de meeste mogelijkheden en is daarom het sterkst.
De Loper kan alleen de diagonalen spelen, dus de Loper die staat op een wit veld blijft altijd
op een wit veld, een Loper op zwart blijft altijd op een zwart veld.
|
|
|
De beroemde paardensprong is het mooiste en moeilijkste van het gehele schaakspel. Hierbij een diagram van de mogelijkheden van het Paard op e5. Een Paard springt altijd van een wit veld naar een zwart veld en omgekeerd en mag over andere stukken heen springen naar een vrij veld.
|
Op de vier hoeken van het bord staan bij de opstelling de Torens.
De torens bestrijken alle horizontale en verticale lijnen en is na de Koning en Dame het sterkste stuk. Alle stukken mogen vooruit, achteruit en opzij spelen behalve de pionnen, die mogen alleen vooruit gezet worden en schuin opzij slaan, maar mogen niet terug. |